Een week geleden stond het eerste deel van mijn reisverhalen over India online. Nieuwsgierig geworden naar wat dit bijzondere land nog meer te bieden heeft? Ik vertel het je graag in dit tweede deel van mijn India blog.
Kastenstelsel
Indiërs zijn in eerste instantie vriendelijk, maar zakelijk. Overal waar we komen worden we begroet met een glimlach en ‘Namasté’. Toch jammer dat de daarop volgende zin vaak ‘Money, please?’ of ‘You need taxi?’ is. Die zinnen blijven ons tot het einde van de reis om de oren vliegen. Ik had wel verwacht dat India arm was, maar toch blijf ik me verbazen over de mensen die op de stoep slapen, eten en hun behoefte doen. Met onze lokale gids komen we in één van de armste wijken van Khajuraho. Hier wonen de paria’s, die buiten het kastenstelsel vallen.
De regering kan beweren dat het kastenstelsel afgeschaft is, maar in de dagelijkse praktijk is het er nog wel degelijk.
Zo stoppen alle kindjes, die vrolijk met ons meelopen, plots als we een nieuwe straat inlopen. Onze gids legt uit dat de kinderen niet in deze straat mogen komen, omdat hier een hogere kaste begint. Een eyeopener voor mij, een wake-up call. En daarmee bedoel ik nu even niet de veel te vroege telefoontjes om te zorgen dat je de bus haalt !
Komt een vrouw bij de Ganges
Vandaag staat ons de langste busrit van de reis te wachten en gaat onze wekker al om 5 uur ’s nachts. We rijden vandaag 400 km oostelijk naar Varanasi, de stad van de Ganges. De rit gaat nog veel langer duren, wat we gelukkig die ochtend nog niet weten. Varanasi is één en al file, omdat de zogenoemde Shiva-feestmaand begonnen is. Onze buschauffeur wordt er zo wanhopig van dat hij besluit te gaan spookrijden. We houden ons hart weer vast en komen gelukkig zonder kleerscheuren bij het hotel aan.
En dan heb ik nog niet eens genoemd dat we vandaag een geit aangereden hebben. Gelukkig is alles in India op te lossen met rupees en heeft de chauffeur de eigenaar van de geit wat zakgeld toegestoken.
De Ganges, of Ganga, zoals de Indiërs haar noemen, blijkt te zijn overstroomd. Normaal gesproken zijn er overal ghats (trappen) en een boulevard waarover je langs de Ganges kan lopen. Nu staat het water echter zo hoog dat hier niets meer van te zien is. We moeten van een afstandje blijven kijken over de hoofden van honderden Indiërs. Door de overstroming mag ook niemand het water op (dat mag sowieso niet met motorboten, alleen met paddels, want heilig) of in. Kom je eens in je leven bij de Ganges …
You like beer?
Ook is het de moeite waard om iets te vertellen over hoe het er aan toegaat als je in India uit eten gaat. Als je je tafeltje gevonden hebt, komt er zo snel mogelijk een ober op je af om je te voorzien van een menukaart. Vervolgens blijven de obers/gastheren achter je staan tot je je keus gemaakt hebt. Elke kaart is zo ongeveer hetzelfde. Je hebt naan (brood) en de keus tussen kip of groente. Naast dat rund geenszins gegeten mag worden (want heilig), zijn de meeste Indiërs helemaal vegetariër en wordt er ook weinig varkensvlees geserveerd (want onrein). Per gezin houden de Indiërs hier ook nog eigen dieetregels op na. Zelfs bij de McDonald’s zijn er geen hamburgers te krijgen en thee wordt standaard met melk geserveerd, zoals het de Britse traditie betaamt. Maar daar kom je pas achter als je je chai besteld hebt !
***
Uit eten in India – deel 1
Ober komt aan met flesjes bier voor de groepsgenoten die dit besteld hebben. Ober vraagt aan mijn vader: ‘You like beer?’
Vader: ‘I like it, but I didn’t order it.’
Ober kijkt vertwijfeld, schenkt dan bier in.
Vader boos. ‘No! I didn’t order it.’
Ober in de war.
Vader laat het erbij.
***
Uit eten in India – deel 2
Drankjes zijn op en we willen eten. We wenken de ober. Hij snelt toe.
‘Order?’
Ik: ‘Yes.’
Ober loopt weg. Komt terug met de rekening van de drankjes.
***
Uit eten in India – deel 3
Ober snelt toe.
‘Bill?’
‘Yes’
Ober snelt weg. Komt terug met kladblok.
‘What you had?’
‘One coke and one tikka naan.’
Ober doet een rekensom uit het hoofd.
‘460 rupees.’
Er bekruipt me het gevoel dat ik hem alles wijs had kunnen maken wat ik gegeten heb.
Het eind in zicht
We vertrekken zonder de gids opnieuw naar de Ganges, maar nu om de bekende crematies ter plaatste mee te maken. We worden eerst door een priester rondgeleid in een Brahmahuis. Dit is vergelijkbaar met een hospice. Een crematie in India kost behoorlijk wat geld. Alleen het hout al kost omgerekend zo’n 40 euro, wat voor Indiërs een kapitaal is. We worden daarom vriendelijk doch vrijpostig verzocht een gift te doen aan het huis.
Die avond horen we van de gids dat dit pure afzetterij is en we beter niet hadden kunnen betalen: ‘Het liegen is in India uitgevonden,’ aldus Wieb.
Daarna mogen we dan toch echt de crematies zien. Eigenlijk mag ik ze helemaal niet zien, omdat de vrouwen niet bij de crematie mogen zijn, maar voor goed betalende toeristen maken ze graag een uitzondering. Langs de Ganges zijn verschillende pleintjes waar een stuk of zes mensen tegelijk verbrand worden. Ik dacht dat ik geschokt zou zijn, maar dat was ik eigenlijk helemaal niet, want de nabestaanden zijn helemaal niet verdrietig. Ze zijn juist blij omdat de overledene rust heeft gevonden en een stap dichterbij de moksha is, het moment dat je niet meer opnieuw herboren hoeft te worden.
Afsluiten in stijl
Onze reis door India sluit af door bij het plaatsje Sunauli de grens met Nepal over te gaan. Over Nepal vertel ik graag meer in een andere blog.
Op de laatste reisdag vliegen we van Kathmandu terug naar Delhi. Hier hebben we het laatste diner met onze groep en ik ga gekleed in een traditionele sari. Het is nog een heel werk dat ding om te krijgen, maar het was het zeker waard. Ik voel me net een maharani als ik de trap in het hotel afloop en het personeel zal dat beamen.
Om de reis in stijl af te sluiten, hebben we pech met de bus op weg naar onze vlucht Delhi-Amsterdam. Dit is in India de normaalste zaak van de wereld. En hoe lost men dat hier op: wat gepruts met draadjes of een willekeurige vloeistof erin gooien en vervolgens met negen Indiërs de bus duwen. Wonder boven wonder rijdt de bus even later weer en komen we moe maar rijk aan ervaring op Schiphol aan. En heb ik ontzettend trek in een hamburger.
Love it or hate it
Als ik over mijn reis naar India vertel, krijg ik eigenlijk altijd twee reacties:
1.India? Dat trekt me totaal niet! Of 2: India, ontzettend gaaf ben ik ook geweest!
Zowel voor als na mijn reis hoor ik bij de optie 2-mensen. Het is een land van tegenstrijdigheden, maar ik vond het fantastisch en verrijkend.
Het staat zo ver van onze cultuur, ons doen en laten af, dat je het je bijna niet kunt voorstellen als je er niet geweest bent. Maar als het je eerste Azië-reis is, zou je misschien willen overwegen om met een iets minder schokkend land te beginnen, zoals Indonesië of Maleisië. Of je duikt gelijk in het diepe, the choice is yours
Tot slot: must-sees Noord-India
- Agra: Taj Mahal
- Varanasi: Ganges, crematieplaatsen (de lokale gidsen wijzen je met alle plezier de weg)
- Delhi: Old-Delhi verkennen per tuktuk/riksja, Lotustempel, Indian gate, Gurudwara Bangla Sahib (Sikh tempel), Gandhi Smriti (laatste verblijfplaats van/eerbetoon aan Mahatma Gandhi)
- Khajuraho: Erotische tempels
- Jaipur: Jal Mahal (Waterpaleis), City Palace, Hawa Mahal (Paleis van de winden), Amber Fort (destijds per olifant naar het fort, maar dat zal nu waarschijnlijk niet meer mogen)
- Tussen Jaipur en Agra: Chand Baori (‘trappenput’), Fatehpur Sikri (de verlaten stad)
Heb jij zelf ook leuke tips voor een reis naar India die zeker niet mogen ontbreken? Stuur ze naar Ik wil Reizen via contact of schrijf er een gastblog over!
Hoi! Ik ben Rosalie, 29 jaar en woon in Brabant. Ik heb Sociale Geografie & Planologie gestudeerd, omdat ik geïnteresseerd ben in landen (of regio’s) en culturen, het ‘waar?’ en ‘waarom daar?’. Tijdens mijn studie heb ik meerdere mooie (studie-)reizen gemaakt in Europa. Daarnaast kom ik uit een reislustig gezin, waardoor ik ook al verdere reizen heb mogen maken, van Amerika tot Azië. Die mooie oude en nieuwe belevenissen wil ik graag delen en hopelijk kan ik je ermee inspireren! Leuk weetje: ik spaar sleutelhangers van alle landen waar ik kom – ondertussen zo’n 35!