Als je aan een gemiddelde Gambiaan van mijn leeftijd (32) vraagt om eens een frisse blog te schrijven over het land dat hem of haar zo lief is, kun je er vergif op innemen dat er ergens wel wordt genoemd dat Gambia ‘The smiling coast of Africa’ is, dat Gambia het kleinste land is, dat de rivier hier de Gambia heet en de zinsnede ‘No problem in The Gambia’ zal er mogelijkerwijs ook tussensteken. Lekker, dat die marketing geïncorporeerd is, zodat elke Gambiaan een uithangbord is geworden.
Maar wat is Gambia écht?
Gambia is vrij typisch in veel dingen. In de manier van benaderen: vrolijk, sociaal en een pietsje opdringerig. In de manier waarop mensen hier wonen. Maar ook in de manier waarop hier de economie loopt: goeddeels grijs en via obscure markten. En in het toerisme: vooral gericht op het strand en met de mogelijkheid om helemaal niets mee te krijgen van het echte land en dus ook van de ellende.
No problem in The Gambia? Genoeg problems in The Gambia.
Het is een land waarbij mensen met hun eigen geslacht van de grond eten, terwijl een flitsende Nollywood scene over het kleurenbeeld de donkere woonkamer in knalt. Het is een land waar de rijksten der aarde vertoeven onder de fijne zon van de Sahel, terwijl een kleurrijk vrouwtje met een schaal fruit over het strand paradeert. Er zit glaswerk tussen de twee. Het is een land van vrolijkheid, van gezelligheid, van uitbuiting en complexe relaties. Als je aan mij vraagt, nu ik hier een paar maanden ben geweest, hoe het land écht is? Dan zeg ik: een land als geen ander, met mogelijkheden te over als reiziger, als weldoener en als ondernemer.
Een land dat nog echt een jungle is, waarbij niets gratis is en alles moeite kost.
Een land, kortom, om volkomen verliefd op te worden.
Trips!
Het is absoluut en ontegenzeggelijk de moeite om eens met je luie, witte kont van het strand af te komen en een trip te maken. Wat er aan het strand gebeurt, hoef ik niet uit te leggen: fijne tentjes, fijne golven, fijne drankjes, fijne muziek. Maar wat er allemaal nog meer gebeurt als je zelf iets organiseert of meegaat met een gids, moet ik je eigenlijk niet willen zeggen, want dan gaat de verrassing eraf.
Zo was ik behoorlijk in shock dat krokodillen van ‘The Crocodile Pool’ in Bakau loslopen en dat je een slang om je nek geworpen krijgt bij ‘The Reptile Farm’. Banjul zelf, maar dat kan ook aan mijn gids liggen, viel een beetje tegen. Ik had gedacht er meer cultuur en historie aan te treffen, maar trof een stadje zoals alle anderen aan. Vlak onder Banjul kun je wel heerlijk de mangroven in. Ga eens een dag vissen. Of laat je op een kano door de smalle paden varen, op zoek naar vogels of verscholen dorpjes waar je palmwijn krijgt.
Ga eens een dag rondlopen op de markt van Serrekunda of (en bij voorkeur) Brikama en kijk eens hoeveel je ergens vanaf krijgt, waarna je alsnog boos wegloopt. Probeer een keer naar zo’n beauty contest te gaan, je kijkt je ogen uit. Kijk eens of je de moskee van Gunjur kunt vinden, die pal aan de zee staat en volgens mij een van de grootste en mooiste is van dit moslimland. Neem eens een taxi naar een van de kustplaatsen, zoals Sanyang en Tanji, om daar te zien hoe de vissers de vis binnenhalen en hoe de vis wordt verkocht.
Bestudeer de kaart gewoon goed, gok dat het daar wel eens gaaf zou kunnen zijn, neem wat geld mee,
doe eens gek en kom voor het donker terug.
Gids nodig?
Woorden als ‘gids’ en ‘tour’ betekenen in Gambia nét iets anders dan bij ons. In Nederland neem je een gids voor vermaak, interessante feitjes en om op plekken te komen die anders verborgen blijven. Met een tour doe je verschillende plaatsen aan. Een dagtour duurt zo ongeveer van zonsopkomst tot zonsondergang en een gids is niet je vriend maar een professional, die er vaak lol in heeft om je ietsje wijzer te maken.
In Gambia neem je een gids voor drie redenen. Ten eerste voor vervoer, ten tweede voor de aardigheid en ten derde voor de veiligheid. Maar zoals bij alles geldt, er zijn geen garanties in dit land. Reken nooit op water, elektriciteit of waar voor je geld. “It’s an experience” krijg je terug, als ze je beteuterde witte neus zien – als je toch per ongeluk verwachtingen koesterde. Van iemand die met toeristen werkt, verwacht je dat hij in elk geval snapt hoe toeristen denken. Maar dat ligt zo ver af van de logica die hier geldt, dat je moet rekenen op onduidelijkheid.
Het begint en eindigt altijd met geld.
Bij ons (omdat we gewoon meer hebben) is het vaak niet zo’n punt – je spreekt iets af en daar doe je het voor. Hier is geld altijd een punt en hier is een afspraak zelden een harde afspraak: alles loopt door elkaar en het was toch anders. Wat is nou inclusief en wat is nou exclusief? Reken erop: niets is inclusief alles. Vaak blijkt ook achteraf dat iets eigenlijk wel iets mag kosten, ook als je er samen op uit ging en als vrienden of ‘familie’ deed en in elk geval de kosten wel had gedekt. Waarom staat dit nooit in blogs? Omdat het chagrijnig is en ondankbaar klinkt. Maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Dan de ‘tour’ zelf. Kijk niet gek op als je gids je gewoon ergens dropt, zonder tekst of uitleg. Kijk niet gek op als het maar één locatie blijkt te zijn en kijk niet gek op als het vervoer toch weer nét iets anders blijkt te zijn. Een gids verdient in Gambia extreem goed, maar vaak zijn het veredelde taxichauffeurs.
Is zonder dan een goed idee? Soms, maar vaak ook niet.Ten eerste zijn gidsen welbespraakt en als ze niet veel weten over de locatie waar je bent, weten ze soms wel wat over politiek, de natuur, iets geks wat je hebt gezien op straat of het leven van een Gambiaan. Gidsen zijn gids geworden omdat ze sociaal zijn, warm volk dus. Ten tweede is die ‘veiligheid’ waar ik het over had ook een schild tegen al te veel mensen die je continu aanspreken. Het kan immers in Gambia gemakkelijk té sociaal worden. Je bent al met iemand, dus jij bent ‘bezet’. Fijn zo, kun je rustig van achter dat schild van de omgeving genieten. Ten derde kom je voor minder verrassingen te staan. Je kunt prima kaart lezen en komt er heus wel, maar hoe is de weg? Welke gids moet je hebben? En wat is de echte prijs?
Als je geen zin hebt in gedoe, neem een gids.
In de paar maanden dat ik in Gambia ben geweest heb ik dus wisselende ervaringen. De beste gids die je kunt vinden woont in Brikama, maar komt overal, brengt je overal en kent iedereen. Mamadi Jaiteh is de naam (te vinden via: www.mamaditours.com ), een vrolijke en zeer sociale gast met een visie op ontwikkeling, samenwerking met het Westen, toerisme en vooral op educatie.
Lieve lezers, willen jullie deze blog heel veel delen op social media (Instagram – Facebook – Twitter)? Reizen in deze coronatijd is best wel uitzonderlijk!
Nieuwsgierig geworden naar het vervolg van dit ‘Vrolijke Gambia-avontuur’? Lees dan ook deel 2 met nog meer boeiende tips en inside info. Heb jij ook dit sympathieke, kleine land ontdekt? Deel dan jou eigen reisverhaal in een gastblog of neem contact op met Ik wil Reizen voor meer info.
Jos Hummelen is geograaf van origine en werkt o.a. voor Eastpackers, een reisorganisatie die het begrip voor landen in Oost-Europa, de Balkan en de Kaukasus wil vergroten. Dat doen ze door uitwisselingen, vrijwilligersprojecten en natuurlijk mooie groepsreizen. Verder heeft Jos een voorliefde voor Afrika, waar hij veel is geweest en ook heeft gewerkt. Ook in Nederland zet hij zich in. Zo is hij bijvoorbeeld betrokken bij de stichting Albinisme in Afrika.