Even weg, richting de Ardennen, met mijn kleine bubbel, ik zeg er geen nee tegen! Het plan: een paar dagen camping in de buurt van Bouillon en een paar dagen comfortabel in een huisje in de buurt van Dinant. Helemaal coronaproof met mondkapjes en desinfecterende handengel en alcoholspray, koffers volgeladen met blije gezichten en het prettige vooruitzicht van slechts 3 dingen te doen: ridderkastelen bezoeken (vooral voor de ridders!), genieten van elkaar en de Ardennen opnieuw ontdekken. Voor dat laatste zorgt het bord “Autoroute des Ardennes” op de E411 al. Zelfs het landschap van glooiende heuvels, afgewisseld met dichte bossen, laat ons weten: dit zijn de Ardennen.
HET ARDENSE CAMPINGLEVEN
Donker en regen en een steil baantje naar omhoog, de aankomst op Camping Moulin de la Falize is niet ideaal maar na wat gerommel met aansluitingen en kabels zitten we smakelijke krulletjespasta te eten en naar smartlappenmuziek te luisteren. Als we ’s morgens wakker worden van een klop op de deur en ontbijt aan huis krijgen, weten we: dit worden leuke dagen want van warme Ardense croissants en pains aux chocolats wordt iedereen meteen vrolijk!
Ik ben helemaal geen campingmens (nooit geweest), maar ik kan niet ontkennen dat dit wel erg fijn is: een relaxte babbel met andere gasten (mijn Frans is nog behoorlijk oké), een luie wandeling met een onverwacht schitterend uitzicht over Bouillon, een etentje à l’improviste met des petits pains à l’ancien en de vrai jambon ardennais gemixt met Vlaams/Franse joie de vivre. Zo zou het leven elke dag moeten zijn: lekker traag, niet te serieus, niet te veel moeten.
Adres: Camping Moulin de la Falize – Vieille Route de France 64 – Bouillon
(Ontbijt aan de tent of de camper of de caravan is niet in de prijs inbegrepen maar was een extraatje van de bevriende campingeigenaar!)
GODFRIED EN ZIJN RIDDERKASTEEL
De oudste en de best bewaarde middeleeuwse burcht van België vind je in Bouillon. Die staat als eerste op onze vakantieplanning. Fantastisch gelegen hoog boven het stadje beneden in de vallei, verbaast het ons toch hoe groot en massief dat kasteel van Godfried van Bouillon is. De 3 delen zijn verbonden door enorme bruggen, verankerd in de rotshellingen van de Côte d’Auclin en duidelijk gebouwd om eeuwen mee te gaat. Een vaste wandelroute (corona nietwaar!) in het kasteel leidt ons van genummerd bord naar genummerd bord, smalle donkere gangetjes door, steile trapjes op, langs een oude waterput en een kaaskelder.
En de ridders? Die denken we er zelf wel bij! Het mooiste? Dat zijn toch echt de uitzichten vanop de verdedigingsmuren en de wachttorens: het stadje in een bocht van de Semois, de bruggen over de rivier, de bossen en de deftige huizen.
Voorlopig is er geen interactie roofvogelshow op de binnenplaats van het kasteel wegens de coronamaatregelen. Wel is er een interessante tentoonstelling over de geschiedenis van het schrift vanaf de Middeleeuwen tot heden: ‘Scriptura, van de veer tot de PC’.
Adres: Esplanade Godefroy 1 – Bouillon
Ticketreservering: https://chateaufortdebouillon.ellohaweb.com/nl-NL/onlinereservering.html
NOG DOEN IN BOUILLON
*Bezoek het centrum van het stadje met zijn vele historische gevels. In ‘Hotel de la Poste’ heeft Napoleon nog gelogeerd.
*Wandel langs de oevers van de Semois met alleen water, bos en vogels als gezelschap.
*Maak een uitstap naar het ‘Parc Animalier de Bouillon’. In dit dierenpark worden 500 dieren gehouden in een heel natuurlijke bosomgeving. Met speeltuin en cafetaria en een ideale uitstap met kleine en grote kids. (https://www.parcanimalierdebouillon.be)
*Ga op stap met ‘un vrai Bouillonnais’ voor verborgen plekjes en uitkijkpunten zoals de Belvédère’, een houten uitkijktoren van 8 verdiepingen hoog en 161 trappen – een prachtig uitzicht is gegarandeerd.
De volgende stop op onze Ardennen roadtrip is Awagne, een klein gehucht op 9 km van Dinant. Omdat het traag mag, nemen we de kleine kronkelende binnenwegen, langs dorpjes met namen als Croix Blanche, langs kleine en grote ‘chateaux’, langs de rotsen van Freyr en de Abdij van Leffe en dan steil omhoog naar Awagne. Amper een zakdoek groot, een kerk, een paar huizen en een boerderij en in een doodlopend straatje, ons volgend logeeradres: een supermooi gerestaureerde Ardens vakantiehuis (oorspronkelijk uit 1820) met wellness, sauna en bubbelbad. Geboekt bij https://www.ardennes-etape.be/.
DE CITADEL VAN DINANT
Eveneens op ons vakantielijstje, die andere versterkte burcht: de citadel van Dinant. Schilderachtig gelegen op een rots, uitkijkend over de Maas. Het kasteel zoals het er nu staat, werd gebouwd in 1815, op ruïnes uit de 11e eeuw. Nu is het omgevormd tot een museum met o.a. tentoonstellingen over de geschiedenis van de stad van 1466 tot aan het einde van WO I in 1918. Hier ontdek je de donkere bladzijde van Dinant toen er, in augustus 1914, vreselijk gevochten werd en 674 burgerslachtoffers vielen. Dat leert ons nog maar eens: in een oorlog zijn er geen winnaars, enkel verliezers.
Wat je in het museum nog kan ontdekken: hoe leefde een 19e-eeuws leger in de citadel? Dat wordt duidelijk in een ingerichte smederij, een keuken en een bakkerij, kruitkamers en wapenopslagplaatsen, compleet met muffe soldatenvertrekken. Bij een collectie oude uniformen en wapens uit vroegere eeuwen sloeg de verbeelding van de tieners op hol – goed voor een paar ‘niet voor publicatie vatbare’ maar wel hilarische foto’s! Daarbij niet vergeten op de binnenplaats te genieten van de schitterende vergezichten!
De avontuurlijke toerist kan vanaf de citadel naar het centrum van de stad afdalen via 408 treden. Die werden in 1577 in de rotsen uitgehakt. Handiger en sneller en waarschijnlijk veiliger is gewoon de kabelbaan te nemen. Die is trouwens inbegrepen in het toegangsticket voor de citadel.
Adres en gratis parking: Chemin de la Citadelle 1 – Dinant (https://www.citadellededinant.be/nl/)
Niet te missen in Dinant:
*De collegiale kerk Notre-Dame, met haar bolvormige toren en uitzonderlijk interieur.
*Het charmante centrum met de gekleurde gevels van de herenhuizen.
*De beelden van saxofoons overal in de stad – Adolphe Sax werd hier geboren.
HET KASTEEL VAN VÊVES
Zo weggelopen uit een Disneyfilm, hier verwacht je Doornroosje tegen te komen! Het Kasteel van Vevês is magnifiek gerestaureerd en met zijn spitse torens en grote slottoren, het perfecte beeld van hoe een kasteel eruit moet zien. Ook de geschiedenis is speciaal: dit pareltje is al 800 jaar eigendom van dezelfde familie! Wat de rondleiding hier zo leuk maakt is het schattenspel. Dat leidt je langs alle vertrekken van het kasteel, waarbij je vragen moet oplossen en een schat moet zoeken. Een prettig extraatje: de kleintjes mogen zich verkleden als ridder of prinses. En ja hoor, ook de ‘grote’ kids liepen rond als giechelende jonkvrouwen op sneakers met hippe zonnebril. En natuurlijk werd de schat gevonden!
Adres: Chateau de Vêves – Route de Furfooz 3 – Celles
CELLES
Onze laatste halte is één van de 30 “plus beaux villages de Wallonie”, op slechts een paar km van het kasteel van Vevês. Hier moeten we zeker stoppen! De perfecte Ardennen postkaart: een lieflijk centrum tussen zachte heuvels, bossen, weilanden en akkers en een traag riviertje … dat is Celles. Alles hier draagt de naam van Sint-Hadelin, een heilige kluizenaar die in de 7e eeuw een paar wonderen heeft verricht. Maak gewoon een wandeling dan kom je al het moois wel tegen want groot is het dorpje niet. De Romaanse kerk, de dorpsfontein, de traditionele huizen en de kruisweg naar de Sint-Hadelin hermitage zijn authentiek en behoren tot het belangrijke erfgoed van Wallonië.
En daar eindigde onze roadtrip door de Belgische Ardennen – een avontuur, niet ver, niet lang en niet moeilijk maar wel volmaakt!
Benieuwd naar andere verhalen over België? Die vind je hier: https://www.ikwilreizen.nl/europa/belgie/! Of stuur je eigen verhaal naar Ik Wil Reizen via contact.
Hoi lieve mensen,
Ik ben Bernadette. Fulltime met vakantie, synoniem voor “op pensioen”. Dat ben ik dus, sinds 1 augustus 2019.
Na een behoorlijk drukke familie- en werkloopbaan, is het nu tijd voor nieuwe ontdekkingen, leuke bezigheden en vooral veel reizen met als belangrijke regel: “alles mag, niets moet”. Die instelling heeft sindsdien gezorgd voor een diep gevoel van ontspannen en beleven.
Wat vorig jaar niets meer was dan een rap gezegd zinnetje tegen de (nu ex-) collega’s – ik schrijf wel een blog over mijn reizen – is sindsdien werkelijkheid geworden.
Op die manier combineer ik meteen 2 van mijn grote hobby’s: schrijven en reizen. Wat begon met boekbesprekingen en spreekbeurten voor de vriendinnetjes vroeger tot kinderverhalen voor de kleinkinderen, is nu dus aangevuld met reisverhalen van landen en steden en onbekende plekjes. Zo kan iedereen meegenieten van al wat dichtbij of veraf aan moois te zien is!