Mijn reisgenoot omschreef Brugge als ‘een stad met alle mooie, geromantiseerde delen van de middeleeuwen, zonder de standenmaatschappij of de pest.’ En zo is het.
De geromantiseerde middeleeuwen
Het meest romantische, middeleeuwse plekje van de stad is het hofje van het Gruuthusemuseum. Ooit was dit museum het huis van Lodewijk van Gruuthuse, een rijke koopman die het monopolie had op gruit, een kruidenmengsel dat in het bier gebruikt werd. In het bier-lievende Brugge betekende dit nogal wat. Gruuthuse had dan ook een prachtig huis om zijn status te benadrukken en vanuit dit huis kon hij ook nog eens tol heffen, niet verkeerd in de handelsstad.
Dit huis heeft een hofje en dit hofje staat vaak stampvol met toeristen. Ik had het geluk om op het hofje te staan net nadat het geregend had, waardoor er niemand anders op het plein was. Dan waan je je toch echt even in die geromantiseerde middeleeuwen, waarin de gebouwen mooi zijn en de mensen gelukkig.
Neogotiek
Overigens zijn de toeristen niet de enigen die vinden dat de gebouwen in Brugge charmant zijn. Nadat het Provinciaal Hof (aan de Grote Markt in het midden van de stad) was afgebrand in 1887, zagen de bewoners dit vooral als een kans om het gebouw op te trekken in volledig middeleeuwse stijl.
Op het moment is men bezig om de hele stad een neogotische make-over te geven. In mijn mening een topkeuze.
Bier!
Toen ik zei dat de ziel van Brugge een bier-lievende stad was, meende ik het. Voor het plaatselijke bier, Brugse Zot, is er zelfs een pijpleiding. De brouwerij waar deze leiding vandaan komt is te bezoeken als museum en om een biertje te drinken.
De overtreffende trap van het biermuseum met de bierpijplijn is de bierspa, waar je als je nog 129 euro hebt rondslingeren een uur lang kan bubbelen in het bier. Omdat ik een arme student ben die überhaupt geen geld heeft, kan ik helaas geen recensie geven van het bierbad.
Naast bier zijn er ook meerdere tentjes waar ze heerlijke cocktails verkopen. Een speciale verwijzing gaat naar Groot Vlaenderen, op Vlamingstraat 84, waar ze onder andere een beker hebben in de vorm van Marvel-figuur Groot (wat stiekem wel was wat ons trok). Natuurlijk hebben ze hier ook de klassiekers, andere huiscocktails, en vooral een hoop sfeer.
Een huis voor vrouwen
Vind je Brugge zo leuk dat je er wel zou willen wonen en ben je toevallig ook nog een vrouw? Dan heeft Brugge de perfecte plek: het Begijnhof, een omheinde woongemeenschap midden in Brugge waar sedert de middeleeuwen enkel vrouwen mogen wonen. Deze vrouwen zijn geen nonnen – alhoewel er op het terrein wel een aantal nonnen wonen – en mogen vriendjes hebben. Die mogen alleen niet op het terrein wonen.
Dit was oorspronkelijk omdat er na een oorlog veel weduwen waren, die in het middeleeuwse Brugge niet zelf de kost konden verdienen. Door ze bij elkaar te zetten konden ze én voor elkaar zorgen én door middel van samenwerken kant, zeep of andere producten maken. Dezer dagen kunnen vrouwen in Brugge zichzelf prima redden, maar het Begijnhof ligt er nog steeds, en kan wél door mannen bezocht worden … als ze maar weer weggaan.
Er zijn nog een hele hoop andere dingen te doen in Brugge. Ik heb bijvoorbeeld geeneens het Belfort genoemd, de klokkentoren in het midden van de stad. Ik ga mijn artikel wel afsluiten – ik moet gaan werken. Het geld voor dat bierbad verdient zichzelf niet.
Nieuwsgierig naar meer verhalen, veel foto’s en leuke tips voor een uitstap of vakantie dichtbij? Klik dan eens door naar onze landenpagina’s over België en Nederland!

Roos van der Velden (2003) is student film- en literatuurwetenschappen, part time serveerster en (nu nog) hobbyschrijver. Onder andere heeft zij al korte verhalen en commerciële teksten in zowel Engels en Nederlands gepubliceerd. Op Ik Wil Reizen schrijft zij over de metaforische en de echte hoogte- en dieptepunten van op reis zijn, een van haar favoriete bezigheden. Oh, ja, en dan moet ze bovenop alles ook nog ademhalen.